Skip to main content

Kunsthistorisch onderzoek

Het komt regelmatig voor dat particulieren uit een erfenis of anderszins een schilderij krijgen, waarvan niet bekend is wie het gemaakt heeft, wat het voorstelt, of het echt of vals is en ‘last but not least’ wat voor waarde eraan toegekend kan worden. Om dit laatste te kunnen vaststellen is soms gedegen kunsthistorisch onderzoek nodig. Voor een dergelijk onderzoek kunt u bij mij terecht.

Allereerst zal ik het stuk zeer nauwgezet bekijken om te zien of er ergens een signatuur te vinden is. Ook kan in sommige gevallen de achterkant van het stuk aanwijzingen geven. Daar kan  bijvoorbeeld een tentoonstellingsetiket op zitten of een lakstempel met het familiewapen van een vorige eigenaar. Vervolgens zal onderzoek worden gedaan op het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis (RKD) te Den Haag. De database van het RKD bevat een zeer grote verzameling foto’s van kunstwerken die zijn geordend op kunstenaar. Daarnaast is er de grootste kunsthistorische bibliotheek van Nederland. Indien gewenst zullen ook collega’s geraadpleegd worden om het onderzoek tot een goed einde te brengen. Voorafgaand aan een onderzoeksopdracht zal door mij een inschatting gemaakt worden van de benodigde tijd, die aan het onderzoek besteed zal moeten worden. Gaande het traject wordt u op de hoogte gehouden van de vorderingen en als meer tijd nodig blijkt te zijn, zal dit van te voren met u worden besproken.

Elk onderzoek wordt afgesloten met een schriftelijke rapportage. Mocht het resultaat zich lenen voor een publicatie, dan zal hiervoor vooraf toestemming worden gevraagd aan de opdrachtgever.
Hieronder treft u enkele voorbeelden van succesvol onderzoek.

Schilder onbekend. Over het toeschrijven van schilderijen.

In Origine schreef ik in 2005 een artikel over het toeschrijven van schilderijen, waarin tevens een paar praktijkvoorbeelden worden beschreven

Mijn eerste toeschrijving: Gerardus Wigmana, Geleerde in studeervertrek.

In 1985 werd mij in het Haagse Venduehuis der Notarissen een schilderij voorgelegd, dat geveild mocht worden in de Najaarsveiling. Het stuk was alleen gedateerd: 1740. De eigenaar was ervan overtuigd dat het stuk van de hand van de Leidse fijnschilder Gerard Dou (1613-1675) was. Niet alleen sprak de datum op het schilderij dit tegen, ook de stijl deed totaal niet aan Dou denken. Na nauwkeurige bestudering kwam ik tot de conclusie dat het stuk van de hand van de kleinere, Friese kunstenaar Gerard Wigmana (1673-1741) moest zijn. Het vermicelli achtige haar is één van zijn karakteristieken en bovendien kwam het stuk qua compositie zeer overeen met een aantal gesigneerde werken van deze kunstenaar. Het gelijk bleek aan mijn kant te zijn toen ik bovendien een oude veilingnotitie uit 1780 vond, waarop dit stuk zeer gedetailleerd staat beschreven.

Deze toeschrijving heb ik gepubliceerd in het tijdschrift The Hoogsteder-Naumann Mercury, nr.4 1986, pp.48-52

Brittenrust en Vegtvliet door Jonas Zeuner.

Twee zogenaamde achter glas schilderingen door Jonas Zeuner laten buitenplaatsen aan een rivier zien. Deze twee buitenplaatsen waren nooit geïdentificeerd. De eigenaar van deze twee kunstwerken vroeg mij een poging te doen en het is mij gelukt ze thuis te brengen. Deze identificatie heb ik in 2005 in Origine gepubliceerd

Allegorie op de Bevrijding door Antoon van Welie.

Dit schilderij, de ‘Allegorie op de Bevrijding’, werd door mij gekocht voor een bevriende relatie die vooral geïnteresseerd was in de voorstelling. Het stuk is niet gesigneerd en de handelaar had geen idee wie de kunstenaar was. Nader onderzoek heeft aangetoond dat het stuk met zekerheid toegeschreven kan worden aan Antoon van Welie (1866-1956) Van Welie heeft in 1948 in opdracht van de Raad van State ook een allegorische voorstelling gemaakt, nu op het ambtsjubileum van koningin Wilhelmina, dat qua opzet hetzelfde is.

Antoon van Welie is vooral bekend geworden als portrettist van de high society, maar heeft vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw ook symbolistisch werk gemaakt.

Deze toeschrijving is door mij voor het eerst gepubliceerd in: Mededelingenblad van de Geschiedkundige Vereniging Oranje-Nassau, nr.46 oktober 2003, p.6-8. In 2007 was het schilderij te zien op de grote Van Welie-tentoonstelling in Museum Het Valkhof in Nijmegen. Eveneens in 2007 publiceerde ik dit schilderij wederom in De Oranjeschilderijen van de Haagse Society-schilder Antoon van Welie in het Jaarboek Oranje-Nassau 2007 (pp.78-91).

 

Edward Dolnick schreef: “Jim van der Meer Mohr is an art historian and a brilliant researcher, who generously shared his archival treasures with me.” in: ‘The Forger’s Spell. A True Story of Vermeer, Nazis, and the Greatest Art Hoax of the Twentieth Century.’ New York 2008, p. 331. (ISBN: 978-0-06-082541-6)

Jim van der Meer Mohr legt iets uit over een schilderij op een opnamedag van “Tussen Kunst & Kitsch” in Paleis Het Loo, Apeldoorn.